‘Een autismespectrumstoornis (ass) komt voor bij ongeveer 1% van de bevolking (Baird et al.,
2006). Lange tijd is gedacht dat ass ongeveer acht tot tien keer vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. Een recente systematische review wijst echter op een man-vrouw verhouding van ongeveer 3:1 (Loomes, Hull & Mandy, 2017). Dit betekent dat er naar verhouding meer vrouwen zijn met ass dan eerder werd aangenomen.

Wetenschappelijk onderzoek en klinische ervaringen laten zien dat ass zich bij vrouwen op een andere manier kunnen uiten dan bij mannen. Dit heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de onderschatting van de prevalentie. Zo zien we bij vrouwen met ass meer compensatiegedrag op sociaal gebied en lijken zij gevoeliger voor sensorische prikkels dan mannen met ass (Lai et al., 2011; Spek & Goosen, 2013). Ook lijkt er sprake van andere comorbide problematiek (Lai et al., 2011). Internaliserende problemen, zoals angst- en stemmingsklachten, blijken bijvoorbeeld vaker voor te komen bij meisjes en vrouwen met ass, externaliserende problematiek komt meer voor bij jongens en mannen met ass (Wielemaker & Verheij, 2012). Verder lijkt er relatief vaak sprake van bijzonderheden in de identiteitsontwikkeling. De problemen in de sociale interactie en het zelfinzicht, naast de moeite met fysiek contact, kunnen ertoe leiden dat de identiteitsontwikkeling anders, of vertraagd, verloopt (Henault, 2005). Dit kan ook gevolgen hebben voor de genderidentiteit en de seksuele voorkeur van deze vrouwen

Lees verder op www.anneliesspek.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *